Is de kat éénmaal besmet geweest met één van de virussen die niesziekte veroorzaken, dan
blijft de kat vaak levenslang drager van dit virus. Dat wil zeggen: de kat vertoont geen
ziekteverschijnselen, maar kan wel andere katten besmetten. Zo kan een besmette
moederpoes, zonder zelf ziekteverschijnselen te vertonen, kort na de geboorte de ziekte
makkelijk overbrengen op haar kittens. Dit kan al op een leeftijd van één week tot ziekte
bij de kittens leiden, ondanks de aanwezigheid van de antistoffen die ze van hun moeder
hebben meegekregen.
Is een moederpoes niet besmet en de kittens drinken goed bij de moeder, dan krijgen ze
voldoende antistoffen, die ze de eerste weken zullen beschermen tegen infectie door
onder andere niesziekte. Indien de eerste dag goed bij de moederpoes is gedronken, is de
bescherming tegen het herpesvirus 4 tot 8 weken. Bij het calicivirus 3 tot 4 weken.