Men kan kiezen tussen het dode en levende vaccin. Voor katten niet in groepsverband
wordt meestal gekozen voor het levende vaccin. Het levende vaccin geeft meestal een wat
langdurige bescherming, omdat de natuurlijke infectie wordt nagebootst. Bij het levende
vaccin is echter altijd de geringe kans aanwezig, dat door de enting de kat juist de
verschijnselen van niesziekte gaat vertonen. Het dode vaccin zal minder werkzaam zijn, maar
hiervan kan de kat geen niesziekte verschijnselen verkrijgen. Het nadeel van het dode
vaccin is dat meerdere malen geënt moet worden.
Door enten kan niet worden voorkomen dat uw kat minimaal drager wordt. Uw kat vertoont dan
geen verschijnselen, maar kan de ziekte wel overdragen aan andere katten. Een kat die drager
is voor het enten, zal ook na de enting andere katten blijven besmetten.
U kunt het beste met uw dierenarts overleggen welk vaccin voor uw situatie het beste is.
N.B. Bij het niesziekte vaccin wordt niet zoals bij het menselijke griepvaccin een
jaarlijkse "update" van de rondwarende virussen gemaakt.